
Zoutvervangers zijn bij het reduceren van het zoutgehalte van 1,8% op meelbasis naar 1,5% niet nodig. Toch kan het, om verschillende redenen, zijn dat u het gebruik van een zoutvervanger overweegt. Een methode om zout (natriumchloride) te vervangen, is door andere minerale zouten te gebruiken. Voorbeelden zijn kaliumchloride (KCl), ammoniumchloride, calciumchloride, magnesiumsulfaten of mixen daarvan. Door natriumchloride te vervangen door een ander mineraal zout wordt naast de smaak ook ingespeeld op het vervangen van de functionaliteit in het proces. Minerale zouten hebben net als natriumchloride een positief effect op de glutenontwikkeling. Een nadeel is echter dat ze naast een zoute, vaak ook een bittere of onaangename smaak hebben. Hierdoor worden ze daarom vaak gecombineerd met andere minerale zouten, ingrediënten of technieken. In dit artikel vindt u meer informatie over kaliumchloride, andere minerale zouten en zeezout.