Kruisbesmetting met allergenen: wel of geen waarschuwing?

U kent natuurlijk de 14 wettelijk vastgestelde allergenen. Als bedrijf bent u verplicht consumenten hierover te informeren als ingrediënten van levensmiddelen deze bestanddelen bevatten (zoals vastgesteld in de Voedselinformatieverordening). Allergenen kunnen echter ook onbedoeld in een levensmiddel terechtkomen: via kruisbesmetting. Bijvoorbeeld door besmetting op het land of door verontreiniging van een gebruikte grondstof, of omdat kleine hoeveelheden van een allergeen (bijvoorbeeld sesamzaad of melk) onbedoeld in een ander product terechtkomen (versleping).

Voorkom waar mogelijk kruisbesmetting

3% van de Europese bevolking heeft een voedselallergie. Symptomen van een allergische reactie kunnen variëren van mild tot ernstig en betreffen een of meerdere organen, zoals huid of luchtwegen. In een ernstig geval treedt anafylactische shock op, met een mogelijk fatale afloop. Het spreekt dus voor zich dat versleping en kruisbesmetting zoveel mogelijk voorkomen moeten worden.

Lees hier over kruisbesmetting en maatregelen ter voorkoming.

Wanneer waarschuwen voor kruisbesmetting?

Alleen als er een reëel risico is voor de allergische consument is een waarschuwing nuttig. Om vast te stellen of er een reëel risico is, gebruik je de zogenaamde referentiedosissen. Dit is een absolute hoeveelheid allergeen-eiwit in mg (milligram). Hiermee kun je op basis van de geconsumeerde hoeveelheid van het product een zogenaamde actielimiet berekenen. Dat is een voor allergische consumenten veilige concentratie allergeen-eiwit in het levensmiddel. Deze bereken je door de referentiedosis te delen door de consumptiegrootte van het product (in kilo per eetmoment). De vraag of je wel of niet moet waarschuwen is dus niet zo eenvoudig te beantwoorden maar moet per product en situatie beoordeeld worden.

In de afgelopen jaren is er discussie geweest over hoe en wanneer te waarschuwen voor (mogelijke) kruisbesmetting. Door gebrek aan duidelijk regels en te lage referentiedosissen kan het gebeuren dat er een waarschuwing staat op levensmiddelen die in de praktijk geen risico vormen (denk aan “Dit product kan xxx bevatten”). Dit beperkt de voedselkeuze voor mensen met een voedselallergie, en de waarschuwingen verliezen hierdoor ook hun waarde. Het is hierdoor echter ook mogelijk dat een levensmiddel géén waarschuwing heeft, maar wel een risicovolle hoeveelheid allergenen bevat.

Beleid rondom het waarschuwen voor kruisbesmetting vanaf 2024

Na intensief overleg met belanghebbenden heeft het ministerie van VWS het nieuwe beleid met nieuwe referentiedosissen vastgesteld. Sinds 1 januari 2024 kan het worden toegepast, vanaf 1 januari 2026 moet het zijn geïmplementeerd. Vooralsnog richt het beleid zich op voorverpakte levensmiddelen en op industriële bedrijven.

  • Het nieuwe beleid wil onnodige waarschuwingen voorkomen en de bewoordingen beperken tot “Kan xxx bevatten” of “Niet geschikt voor xxx” waarbij patiëntenorganisaties een voorkeur hebben uitgesproken voor “Kan xxx bevatten”.
  • De nieuwe referentiedosissen voor allergenen in levensmiddelen zijn gebaseerd op de in concept aanbevolen referentiedosissen door FAO/WHO. Deze waarden bepalen of een waarschuwing noodzakelijk is of niet.
  • Onderdeel van het nieuwe beleid is ook een richtlijnendocument dat opgesteld is in samenwerking met vertegenwoordigers van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI), Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), Allergenenconsultancy en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

Meer informatie over het totstandkomen van dit nieuwe beleid: https://www.allergenenconsultancy.nl/nieuws/nederlands-allergenenbeleid-aangepast-en-nieuwe-referentiedosissen

In onderstaande tabel vindt u de oude (Advies BuRO NVWA 2016) en nieuwe (VWS 2024) referentiedosissen:

Bron: https://www.allergenenconsultancy.nl/nieuws/nederlands-allergenenbeleid-aangepast-en-nieuwe-referentiedosissen

Wilt u meer weten over het waarschuwen voor kruisbesmetting, neem contact op met www.allergenenconsultancy.nl