Kwantitatieve ingrediëntendeclaratie (KWID)

Van sommige ingrediënten, zoals granen, kaas, boter, vruchten of noten, moet op de verpakking van het product het percentage vermeld worden. Dit doet u of onmiddellijk naast de benaming of in de lijst van ingrediënten. Dit heet kwantitatieve ingrediëntendeclaratie (in de praktijk vaak afgekort tot KWID) en is bedoeld om consumenten beter te informeren. De regels zijn alleen van toepassing op voorverpakte producten.

Dit artikel hoort bij Dossier etikettering.

Pauline Houtsma

Kennisspecialist Hygiëne en wetgeving

p.houtsma@nbc.nl
0317 47 12 12

Documentatie

Er zijn drie gevallen waarin het percentage van een ingrediënt moet worden vermeld.

  1. Wanneer het ingrediënt voorkomt in de productnaam of met de verkoopnaam wordt geassocieerd. Bijvoorbeeld:
    • roomboterstroopwafels (het percentage roomboter en stroop)
    • tarweroggehaverbrood (het percentage rogge en haver bestanddelen)
    • gevuld speculaas (het percentage spijs) - worstenbrood (het percentage worst en vlees).

Let op: in het kader van het Warenwetbesluit Meel en brood is het ook voor “meergranenbrood” verplicht om alle graanbestanddelen te kwidten, ook al worden de afzonderlijke granen niet benoemd in de aanduiding.

  1. Wanneer u een ingrediënt opvallend in woord of beeld weergeeft op etiket of verpakking of expliciet benoemt. Bijvoorbeeld: de tekst ‘bereid met echte boter’ (het percentage boter) of een plaatje van vruchten (het percentage van de betreffende vrucht). Hiervan uitgezonderd zijn aangeduide “serveersuggesties” zoals een toef slagroom op een appeltaart of afbeeldingen die geen specifieke nadruk leggen op een bepaald ingrediënt.
  2. Wanneer het ingrediënt het levensmiddel karakteriseert en onderscheidt van producten waarmee het kan worden verward. De enige bekende voorbeelden hiervan tot nu toe zijn: marsepein (het percentage amandelen) en mayonaise (het percentage olie en ei).
  • Als een artikel slechts één ingrediënt bevat (bijvoorbeeld tarwebloem of zout of suiker).
  • Als die hoeveelheid op grond van andere wettelijke regelingen al op het product staat. Denk aan cacao- en chocoladeproducten waarvoor vermelding van het percentage cacaobestanddelen verplicht is of vermelding van het vruchtengehalte (“bereid met X gram vruchten per 100 g”) in vruchtenjam of –confituur of vermelding van de hoeveelheid toegevoegde vitaminen en mineralen in de voedingswaardedeclaratie.
  • Als sprake is van mengsels van vruchten, groenten, paddenstoelen, kruiden of specerijen waarvan geen enkele aanmerkelijk in gewicht overheerst.
  • Als bij de benaming “met zoetstof(fen)” of “met suiker(s) en zoetstof(fen)” verplicht is, hoeven suikers en zoetstoffen niet te worden gekwid.
  • Als van een ingrediënt maar een klein beetje is toegevoegd voor smaak of aroma (knoflookbrood, kaneelkoekjes)
  • Als de stof van nature in een product voorkomt (vitaminen in vruchten, cafeïne in koffie)
  • Als het ingrediënt niet doorslaggevend is om het product te karakteriseren of te onderscheiden (bijvoorbeeld de hoeveelheid rogge in roggebrood of de hoeveelheid tarwe in tarwebrood of de hoeveelheid slagroom op slagroomgebak).

Let op: bij een voorverpakt brood waar meerdere graansoorten in de officiële aanduiding staan (bijvoorbeeld een “tarweroggebrood” of een “tarwespeltgerstbrood”) moet minimaal het percentage van het tweede en volgende graansoort(en) worden aangegeven. Meestal zie je  alle graanbestanddelen in een percentage uitgedrukt. Bij voorverpakt “meergranenbrood” bent u volgens het Warenwetbesluit Meel en brood verplicht om bij alle graanbestanddelen een percentage te noemen.

U berekent het percentage door uit te gaan van het gewicht van het ingrediënt op het moment dat het gebruikt wordt voor de bereiding (recept).  Dit gewicht deelt u door het gewicht van het totaal aan ingrediënten tijdens de bereiding. Hierop zijn 4 uitzonderingen:

  • Verliest een product veel vocht gedurende de bereiding (bijvoorbeeld door bakken of drogen), dan berekent u het percentage door het gewicht van het ingrediënt bij de bereiding (recept) te delen door het gewicht van het bereide product. Is dat percentage hoger dan honderd procent, dan vermeldt u het gewicht van het ingrediënt dat voor de bereiding van honderd gram eindproduct gebruikt is in grammen.
  • Voor vluchtige ingrediënten, zoals likeuren, vermeldt u het percentage dat in het eindproduct aanwezig is. Kijk dan dus niet naar hoeveel er tijdens de bereiding is toegevoegd.
  • Brengt u gedroogde ingrediënten weer in hun oorspronkelijke toestand door water toe te voegen (denk aan melkpoeder wat weer wordt aangelengd tot melk) dan mag het percentage “melk” worden gekwid.
  • Voegt u water toe om bijvoorbeeld gedroogde vruchten te wellen, dan mag u het percentage van de vruchten ‘na het wellen’ kwidten.

U mag voor de berekening van het KWID percentage in gebakken bakkerijproducten uitgaan van een standaard inbakverlies van 10% van het gewicht van het ongebakken product. Dat betekent dat 10% van het toegevoegde water uit het product verdwijnt. Wilt u een hoger percentage inbakverlies gebruiken, dan moet u dit met cijfers onderbouwen. Hoe u dit doet staat in een procedure met voorbeeldberekening, die het Nederlands Bakkerij Centrum samen met de NBOV en de NVB heeft opgesteld.

 

 

 

 

 

In het Dossier Etiketteren & aanduiden staan artikelen met een korte toelichting op wat de verplichte etiket-informatie inhoudt voor de volgende onderwerpen:

  • Officiële benaming van het product
  • Nettohoeveelheid
  • Prijsaanduiding
  • Ingrediëntenlijst en allergenenvermelding
  • Houdbaarheidstermijn
  • Voedingswaardevermelding
  • Naam en adres verantwoordelijke exploitant
  • Aanvullende bijzondere vermeldingen
    • Kwantitatieve ingrediëntendeclaratie (KWID)
    • Bewaarvoorschrift en gebruiksaanwijzing
    • Vrijwillige herkomstvermelding
    • Biologische levensmiddelen
    • Genetisch gemodificeerde organismen

In de Publicatietool Voedselinformatie en aanduiden – onderdeel van het Digitaal Informatiepakket van Foodbase - staat een gedetailleerde toelichting op deze onderwerpen.

 

Pauline Houtsma

Kennisspecialist Hygiëne en wetgeving

p.houtsma@nbc.nl
0317 47 12 12

Documentatie