Het Paleo dieet nader bekeken

Onder de diëten is het paleo-dieet in. Eten als de oermens, dat is het motto van de aanhangers van paleo. Maar wat weten we over wat zij precies aten? En in hoeverre is paleo-voeding gezond?

Wat is het Paleo-dieet?
Het paleo-dieet is een manier van eten. Aanbevolen producten zijn vooral vlees, vis, groente, fruit en noten. Bewerkte producten, maar ook brood, andere graanproducten en zuivel moeten onder andere worden gemeden. 

Aanhangers van het paleo-dieet gaan er vanuit dat onze verre voorouders, de jagers-verzamelaars, uitsluitend vlees, vis, groente, fruit en noten aten. Aangenomen wordt dat ons lichaam op deze oervoeding is ingesteld, aangezien we vele honderdduizenden jaren op deze manier hebben geleefd. Pas toen de mens zich verder begon te ontwikkelen en leerde hoe ze zelf bepaalde gewassen kon verbouwen en dieren houden (de landbouwrevolutie), zouden we meer granen en melk zijn gaan eten. Het paleodieet stelt dat ons lichaam niet aangepast is aan onder andere granen, omdat we ze nog maar relatief kort eten, namelijk sinds de ontwikkeling van de landbouw – dat is iets van de laatste 10.000 jaar. Dat zou dan verklaren waarom de moderne mens last heeft van  ziektes als overgewicht, diabetes en ontstekingsziektes.

Onderzoek laat zien dat de oermens een alleseter was en in die tijd moest eten wat voorhanden was; fruit, vis, vlees en noten. Maar het voedsel waarop al onze voorouders konden terugvallen waren knollen en wortels, die net als granen, veel zetmeel bevatten en daarmee energie leveren. Wanneer we naar onze genen kijken, blijken we prima in staat om zetmeel te verteren. Zowel de moderne mens als onze verre voorgangers beschikken over het α-amylase gen, dat nodig is om zetmeel te verteren. Zetmeel is noodzakelijke energie voor hersenen en spieren. Sterker nog, sommige wetenschappers werpen op dat de oermens wel zetmeel moest eten, omdat de hersenen 60% van onze bloedglucose gebruiken.  

En hoe zit het dan met het eten van granen? Professor Fred Brouns van de Universiteit Maastricht die veel over granen geschreven heeft, bevestigt dit en zegt: “Dat de mens nog maar ‘relatief’ kort granen eet (10.000 jaar) en daaraan niet gewend zou zijn, is een misverstand. De mens eet al veel langer granen. Dat laten vondsten in bijvoorbeeld Israël zien van 20.000 jaar geleden, maar ook uit de tijd van de Neanderthalers zo’n 40.000 jaar geleden. De tarwevariant die momenteel wereldwijd het meeste wordt geteeld en gegeten, is rond de 11.000 jaar oud. Dat zou voor de verwarring kunnen zorgen”.

Archeologen hebben op verschillende plekken in de wereld vondsten gedaan, die erop duiden dat onze verre voorouders granen, of eigenlijk wilde grassen, verzamelden, bewerkten en aten. Bijna 2000 jaar voor het begin van de landbouw werd zelfs waarschijnlijk al ongerezen brood gebakken: dat blijkt uit experimenteel onderzoek aan oude in de rotsbodem uitgehakte vijzels uit Israël.

In België zijn door antropologen microdeeltjes van graszaden (tarwe, gerst, rogge) in tandglazuur gevonden van 45.000 jaar geleden. Dat duidt erop dat onze verre voorouders de Neanderthalers ook al granen aten.

Zo’n 750.000 – 200.000 jaar geleden  zou het aantal genen dat codeert voor het a-amylase gen zijn verdubbeld. Waarschijnlijk was dit de periode dat de mens knollen als basisvoedsel had ontdekt. Die verdubbeling van het aantal zetmeel genen wijst er op de er voor de oermens een evolutionair voordeel was als zij efficiënt zetmeel konden afbreken. Zetmeel zou dus al heel lang een belangrijk ingrediënt zijn in het voedsel.

Zeker is dat mensen met al hun amylasegenen al geschikte zetmeelafbrekende enzymen hadden toen ze tien- tot vijftienduizend jaar geleden overstapten op een andere zetmeelbron: graan. Mensen waren fysiologisch helemaal klaar voor de overgang 10.000 – 15.000 jaar geleden van knollen naar granen.” 

Veel groente, fruit, vis en noten eten is zeker gezond. Wel kleven er gezondheidsnadelen aan het schrappen van brood, pasta, rijst en melkproducten. Het Voedingscentrum waarschuwt voor tekorten die kunnen ontstaan aan bijvoorbeeld vezels en calcium. Bovendien vergroot het langdurig eten van veel rood vlees – zoals het Paleo-dieet aanbeveelt – het risico op darmkanker. 

Brood levert naast energie veel belangrijke micronutriënten, zoals vezels, antioxidanten, minerale en B-vitamines, die je lichaam iedere dag nodig heeft. De vezels, die vooral in volkorenproducten zitten, dragen bij aan een goede darmfunctie, maar ook aan het behoudt van een gezond gewicht en verlagen het risico op o.a. hart- en vaatziekten. Niet voor niets adviseert de gezondheidsraad om dagelijks 90 gram volkorenproducten te eten. 

Schrap je brood, dan moet je deze voedingsstoffen via andere producten binnenkrijgen. En dat is een hele kunst. Een rekenvoorbeeld:

  • 6 volkorenboterhammen levert circa 14 gram vezels
  • 1 opscheplepel gekookte groente levert 1,4 gram vezels
  • Dat betekent dus 10 keer groente opscheppen, om je vezels uit brood te vervangen! En dat is bovenop de gewone aanbeveling om groente (en fruit) eten. 

Ons motto: eet gewoon veelzijdig, met veel groente, fruit én brood. Door gevarieerd te eten krijg je alle voedingsstoffen binnen en dat is gezond!