Afvoer en verwerking van restproducten in de bakkerij

Reststromen of retourproducten uit een bakkerij zijn vaak van hoogwaardige kwaliteit. Daarom kunnen deze uitstekend hergebruikt worden als diervoeder. Alle bedrijven die producten met bestemming diervoeder leveren, dienen bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) als diervoederbedrijf geregistreerd te staan op basis van de Kaderwet Diervoeder. Voor bakkerijproducten zonder ingrediënten van dierlijke herkomst, zoals bijvoorbeeld brood, is dat voldoende. Voor bakkerijproducten die vlees, gelatine, zuivel(producten) of ei(-producten) bevatten, gelden aanvullende voorwaarden.

Er moet altijd voldaan worden aan de GMP-certificatienormen voor diervoeder. Bedrijven met een GMP-gelijkwaardigheidsverklaring mogen hun producten niet rechtstreeks aan een veehouderij leveren, maar een dergelijke verklaring staat wel toe dat de restproducten aan GMP-gecertificeerde tussenhandelaren of  verwerkende bedrijven geleverd mogen worden. Bedrijven met een zogenaamd GMP+-certificaat mogen wel rechtstreeks aan veehouderijen leveren.

Wanneer er ingrediënten van dierlijke herkomst in uw bakkerijproducten zit, kunt u te maken krijgen met aanvullende voorwaarden. Deze staan beschreven in de Verordening Dierlijke Bijproducten en de Verordening Preventie, Bestrijding en Uitroeiing van TSE. In de Verordening Dierlijke Bijproducten zijn voorschriften vastgelegd voor het verzamelen, vervoeren, opslaan, hanteren, verwerken en gebruiken of verwijderen van dierlijke bijproducten en daarvan afgeleide producten. Dit is gebeurd om te voorkomen dat deze producten een risico vormen voor mens of dier. In de Verordening Preventie, Bestrijding en Uitroeiing van TSE staan regels voor het vervoederen van dierlijke eiwitten aan landbouwhuisdieren.

De Verordening Dierlijke Bijproducten, van kracht sinds 1 mei 2003, maakt onderscheid in drie categorieën dierlijke bijproducten. Deze categorieën zijn gebaseerd op het risico voor de volksgezondheid en de diergezondheid. Voor elke categorie zijn bepaalde verwerkingsmogelijkheden vastgesteld. Bakkerijproducten behoren tot de meest veilige categorie (3). Het betreft voornamelijk producten die afgeleid zijn van materiaal dat geschikt is voor menselijke consumptie, zoals retourproducten, producten waarvan de houdbaarheidstermijn verstreken is of misproducties. Alle producten uit de derde categorie, zoals bakkerijproducten, mogen bestemd zijn voor voer voor gezelschapsdieren, het zogenaamde petfood. Lever uw producten aan bij een erkend verwerkingsbedrijf of laat het door een erkende afvalverwerker composteren of verbranden.

Voor bakkerijproducten die verwerkt worden tot veevoeder gelden aangescherpte regels.

Bakkerijproducten met vlees mogen alleen gevoerd worden aan dieren in dierentuinen, circusdieren, reptielen, roofvogels, pelsdieren, wilde dieren waarvan het vlees niet bestemd is voor menselijke consumptie, honden in erkende kennels of maden die bestemd zijn voor visaas. Het is niet toegestaan bakkerijproducten met vlees te voeren aan landbouwhuisdieren, zoals koeien, varkens, schapen, geiten of kippen.

Ook aan bakkerijproducten met gelatine worden aanvullende regels gesteld. Als de gelatine afkomstig is van herkauwers zoals koeien, schapen of geiten, mogen de producten alleen aan pelsdieren gevoerd worden. Hetzelfde geldt voor etensresten van cateringfaciliteiten en keukens (inclusief lunchrooms). Wanneer de gelatine afkomstig is van niet-herkauwers, mogen de producten aan landbouwhuisdieren gevoerd worden. Hiervoor moeten ze wel eerst een bewerkingsstap ondergaan. Bovendien mag een varken bijvoorbeeld geen producten met varkensgelatine eten. Ook zuivel, zuivelproducten zoals slagroomgebak, eieren, ei-producten en gelatine afkomstig van niet-herkauwers mogen aan herkauwers gevoerd worden nadat zij een bewerkingsstap hebben ondergaan door een verwerkingsbedrijf. Lever bakkerijproducten met gelatine, zuivel(producten) of ei(-producten) daarom aan een erkend verwerkingsbedrijf of een erkende inzamelaar, wanneer ze bestemd zijn om aan landbouwhuisdieren te voeren.

De Verordening Dierlijke Bijproducten heeft geen betrekking op bakkerijproducten waarin een beperkte hoeveelheid zuivel, ei, boter of room zijn verwerkt. Producten als koek, biscuit, chocolade of melkbrood mogen zonder verdere behandeling aan landbouwhuisdieren worden gevoerd, mits aan de GMP-eisen wordt voldaan.

Bakkerijen die producten met vlees, zuivel, ei of gelatine dat bestemd is voor diervoeder zelf verwerken of rechtstreeks leveren aan de eindgebruiker, moeten daarvoor erkend zijn volgens de Verordening Dierlijke Bijproducten. De erkenning wordt aangevraagd bij en verstrekt door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Wanneer de bakkerij de producten levert aan een verwerkingsbedrijf of een verzamelaar, is erkenning niet nodig. Wel dient iedere bakkerij die producten levert die bestemd zijn als diervoeder als zodanig geregistreerd te staan bij de NVWA. Het verwerkingsbedrijf of de verzamelaar dient altijd erkend te zijn. Ook afvalinzamelaars die producten uit categorie drie ophalen moeten daarvoor erkend zijn.